boord in French

boord [bort] bord, rive col, faux‐col bord, lisière

Sentence patterns related to "boord"

1. Stuurboord aan boord

2. Vier piraten aan boord.

3. Cast en crew aan boord.

4. Wij hadden kernwapens aan boord.

5. Hij is niet aan boord.

6. Avondrood, mooi weer aan boord.

7. Beide bemanningen zijn aan boord.

8. Haal alle spullen aan boord.

9. Het is ruim aan boord.

10. De havenmeester zag haar aan boord glippen.

11. Ik kan hem zo aan boord stralen.

12. Zo lang mogelijk aan boord blijven.

13. Maar ik zag wapens aan boord.

14. We hebben een bom aan boord.

15. Zo lang mogelijk aan boord blijven

16. Er is geen apparatuur aan boord.

17. Er is een Airmarshall aan boord.

18. Ik wil aan boord gestraald worden.

19. Zijn de piraten nog aan boord?

20. Mijn schip heeft verschillende regimenten aan boord.

21. Hij houdt wel van totale vreemden aan boord.

22. Dat waren de normale toestanden aan boord.

23. Ik heb experts aan boord die alle voorwerpen conserveren.

24. Ik heb nog nooit aan boord op tijd...

25. Hij was commandant aan boord van de onderzeeboot Hr.

26. Ze heeft haar identiteit verzwegen om aan boord te komen.

27. Dat wist ik pas toen we aan boord waren.

28. Eén van de piraten is aan boord van de starboard helikopter.

29. Ik hoop dat dat wonderserum ook echt aan boord is.

30. Kun je met de spullen aan boord een bom maken?

31. Alleen de havenmeester was aan boord toen de brand uitbrak.

32. Ik heb genoeg aan boord om'n ezel te laten stikken.

33. De bom ontplofte net nadat de passagiers aan boord gingen.

34. Nadat onze papieren door een scheepsofficier waren gecontroleerd, gingen we van boord.

35. We wachten op bericht van het team aan boord van de Acheron.

36. Voor de energievoorziening heeft Voyager 1 drie thermo-elektrische radio-isotopengeneratoren aan boord.

37. Ze zijn niet aan boord gegaan van de vlucht naar Hongkong.

38. Het knijpt mijn keel dicht als de boord van mijn mantel.

39. Een derde van hun troepen zijn aan boord voor de verdediging.

40. Het is een grote eer je aan boord te hebben voor deze...

41. De eerste zending van wat u aan boord hebt van uw schepen.

42. Er was een explosie aan boord, Ik herinner me het nu ook.

43. Het vliegtuig botste tegen de vulkaan, waarbij iedereen aan boord om het leven kwam.

44. Als u in deze baai aan boord komt, ontwijkt u't garnizoen in Vera Cruz.

45. Ik blijf aan boord met de kapitein om deze kusten in kaart brengen.

46. Noach schepte nooit zoveel gelul van degene die hij aan boord had.

47. Ze namen'm onder loep, hij had niemand aan boord, ze lieten hem door.

48. Daar voelde hij zich er sterk toe gedrongen om van boord te gaan.

49. Ze hebben ook nog een batterij, een computer, diverse sensoren en radio's aan boord.

50. Aan boord was ook William Adams, die als eerste Engelsman voet in Japan zette.