aanroepen in French

aanroepen [anrupən] invoquer invoque

Sentence patterns related to "aanroepen"

1. Tevens kunt u Jehovah aanroepen om hulp.

2. De Hebreeuwse uitdrukking „de naam aanroepen” betekent ook „de naam uitroepen (verkondigen)”.

3. David, die zo vaak Jehovah’s reddende hand heeft gevoeld, schreef tot troost van ons: „Jehovah is nabij allen die hem aanroepen, allen die hem aanroepen in waarachtigheid.

4. Wat is er betrokken bij het ’aanroepen van de naam van Jehovah’?

5. Aanroepen aan vierde partijen of subsyndicatie aan niet-gecertificeerde adverteerders of leveranciers zijn verboden.

6. De beker van grootse redding zal ik opnemen, en de naam van Jehovah zal ik aanroepen.

7. Het aanroepen van „heiligen” was, zo merkte hij op, een belediging voor de Middelaar, Jezus. — 1 Timotheüs 2:5.

8. 13 De apostel Paulus beklemtoonde nog een aspect dat bij het aanroepen van Gods naam betrokken is.

9. „Ik [zal] volken tot een zuivere taal doen overgaan, opdat zij allen de naam van Jehovah aanroepen.” — ZEFANJA 3:9.

10. „De beker van grootse redding zal ik opnemen, en de naam van Jehovah zal ik aanroepen.” — PSALM 116:13.

11. Hij liet zijn tegenstanders in elk opzicht in het voordeel; ze mochten het eerst hun te offeren stier uitkiezen en Baäl aanroepen.

12. Moroni verkondigde tot slot van de kroniek van zijn vader dat we smetteloos voor God zullen staan als we ons bekeren en Hem aanroepen.

13. De psalmist David zong: „Want gij, o Jehovah, zijt goed en vergevensgezind; en de liefderijke goedheid jegens allen die u aanroepen, is overvloedig” (Psalm 86:5).

14. Jehovah’s Getuigen zijn werkelijk dankbaar Jehovah’s naam te kennen, en zij hebben het volste vertrouwen dat hij hen zal redden als zij hem aanroepen.

15. „Ik [zal] volken tot een zuivere taal doen overgaan, opdat zij allen de naam van Jehovah aanroepen, ten einde hem schouder aan schouder te dienen.” — ZEFANJA 3:9.

16. „Dan zal ik volken tot een zuivere taal doen overgaan, opdat zij allen de naam van Jehovah aanroepen, ten einde hem schouder aan schouder te dienen.” — ZEFANJA 3:9.

17. „Ontvlied . . . de begeerten die aan de jeugd eigen zijn, maar streef naar rechtvaardigheid, geloof, liefde, vrede, samen met hen die de Heer aanroepen uit een rein hart.” — 2 TIMOTHEÜS 2:22.

18. Ontvlied dus de begeerten die aan de jeugd eigen zijn, maar streef naar rechtvaardigheid, geloof, liefde, vrede, samen met hen die de Heer aanroepen uit een rein hart.” — 2 Timotheüs 1:2; 2:20-22.

19. Maar slechts weinigen die het tijdens de seider zingen, begrijpen de werkelijke draagwijdte van Psalm 116:13: „De beker van grootse redding zal ik opnemen, en de naam van Jehovah zal ik aanroepen.”

20. 2 die zijn volk zal avergaderen gelijk een hen haar kuikens vergadert onder haar vleugels, ja, zovelen als er naar mijn stem zullen luisteren en zich voor mijn aangezicht bverootmoedigen en Mij in machtig gebed aanroepen.

21. 11 En Amulon gebood hun dat zij met hun geroep moesten ophouden; en hij stelde wachten over hen om op hen te letten, opdat wie ook werd betrapt bij het aanroepen van God, ter dood zou worden gebracht.

22. Bij tovenarij ging het gebruik van drogerijen, of ze nu licht of zwaar waren, over het algemeen vergezeld met toverformules en het aanroepen van occulte machten, terwijl hierbij van verscheidene bezweringsmiddelen, amuletten, enz gebruik werd gemaakt . . . [om] de gebruiker onder de indruk te brengen van de mysterieuze hulpmiddelen en machten van de tovenaar.”