Caesar in French

Caesar [sesɑr] Césa

Sentence patterns related to "Caesar"

1. Jezus zei: ’Betaalt caesar terug wat van caesar is’

2. Maak ruimte voor Caesar.

3. Heil aan de machtige Caesar.

4. Caesar, mag ik je voorstellen...

5. Welk voorbeeld gaf Jezus op het punt van aan ’caesar betalen wat van caesar is’?

6. We zullen Caesar eren als de overwinnaar.

7. Caesar liet zich daarop van Pompeia scheiden.

8. "Werd dat Caesar niet ten laste gelegd?"

9. Wek Tiberius en Caesar uit hun rustige slaap.

10. Toen Paulus terechtstond, beriep hij zich op caesar.

11. Maar Jezus was geen voorstander van revolutie; hij zei tot hen: ’Betaal caesar terug wat van caesar is’ (Mattheüs 22:21).

12. Zou Pilatus reden hebben gehad om deze caesar te vrezen?

13. Hij schoot Caesar neer om wraak op mij te nemen.

14. De apostel Paulus had zich op caesar in Rome beroepen.

15. Caesar salade ook en ook live muziek en picture service.

16. (b) Welke profetie ging door het bevel van Caesar in vervulling?

17. Op bevel van drieman Octavian Caesar, zal niemand dit huis betreden.

18. De vraag was: ’Moeten we caesar belasting betalen of niet?’

19. Alle verklaringen en daden van Caesar en zijn testament zullen geldig zijn.

20. Hij verdedigde zich voor Romeinse rechters en beriep zich zelfs op caesar.

21. En weet je wie de regeerder van die regering was? — Caesar.

22. Ik heb't recht om die smeerlap die Caesar omlegde te pakken.

23. Ik, Caligula Caesar, beveel dit aan namens de senaat en het Romeinse volk.

24. Hij zet jou opzij ten gunste om Caesar zijn lul te zuigen.

25. □ Welke raad gaf Jezus zijn volgelingen ten aanzien van hun betrekkingen met caesar?

26. Caesar Augustus verordende een volkstelling waarvoor iedereen zich moest laten inschrijven in zijn geboortestad.

27. Deze campaign draait om de strijd van Gaius Marius en de veroveringen van Julius Caesar.

28. 22 Alle heiligen, maar vooral die van het huis van caesar,+ doen jullie de groeten.

29. In 80 v.Chr. werd een jonge Julius Caesar ambassadeur aan het hof van Nicomedes.

30. Als iemand je de doorgang weigert, laat je hem het zegel van Caesar zien.

31. Augustus voltooide gebouwen die onder Julius Caesar niet waren klaargekomen en herstelde veel tempels.

32. Caesar Augustus had een verordening uitgevaardigd dat iedereen zich in zijn eigen stad moest laten inschrijven.

33. De overheid — gesymboliseerd door „caesar” — maakt munten en bankbiljetten en stelt de waarde ervan vast.

34. Augustus haatte zijn stiefzoon vanwege zijn slechte karaktertrekken en wilde niet dat hij de volgende caesar werd.

35. Caesar Augustus merkte zelfs op dat het veiliger was Herodes’ varken te zijn, dan Herodes’ zoon.

36. Wat onthullen de feiten over Jezus’ houding ten aanzien van ’het betalen van belastingen aan caesar’?

37. 2 In die tijd gaf Caesar Augustus het bevel dat de hele bewoonde aarde zich moest laten inschrijven.

38. Een barbaars eiland aan de rand van de wereld... waar halfnaakte heidenen de legioenen van Caesar weerstonden.

39. Als Caesar een tiran was, zoals jij het zegt, dan zijn al zijn daden en benoemingen nietig.

40. (b) Waarom werd „de waardigheid van het koninkrijk” met tegenzin aan de opvolger van Augustus Caesar verleend?

41. In de eerste eeuw v.G.T. werd Macedonië een gevechtsterrein tijdens het conflict tussen Pompejus en Julius Caesar.

42. De nobele patriot, jonge Caesar Octavian, zal onze generaals vervoegen... met zijn eigen legioenen om de rebellen te verpletteren.

43. Met alle respect, tot het ogenblik, dat het testament wordt goedgekeurd, ben ik het huis van Caesar trouw verschuldigd.

44. Martina probeerde deze tegenslag te compenseren door de kroning van haar jongere zoon de Caesar David (Tiberios) als keizer.

45. Al die mensen overtreden de geboden van caesar door te zeggen dat er een andere koning is, Jezus.’

46. Maar in 48 n.Chr. werd Alexandrië belegerd door Julius Caesar, die de schepen in de haven in brand liet steken.

47. In die lezing zal de spreker erkennen dat het paar al getrouwd is in overeenstemming met de wetten van caesar.

48. Beseffend dat het despotisme van Julius Caesar tot zijn gewelddadige dood had geleid, zorgde Octavianus ervoor niet diezelfde fout te maken.

49. In de tempel in Jeruzalem werden tweemaal per dag twee lammeren en een rund geofferd voor Caesar en het Romeinse volk.

50. Sommigen zijn van mening geweest dat zij caesar met recht geld in de vorm van belasting konden geven, maar niets anders.