Assyrië in French

Assyrie

Sentence patterns related to "Assyrië"

1. Assyrië kreeg bij Haran de genadeslag.

2. 18 Je herders zijn slaperig, koning van Assyrië.

3. Het was de opkomende, militaristische wereldmacht Assyrië.

4. Assyrië verovert Samaria, onderwerpt Israël; noordelijke tienstammenrijk Israël houdt op te bestaan

5. Ook in Assyrië, Egypte, India en Perzië kwamen ze al voor.

6. Het volk had niets geleerd van het strenge onderricht dat via Assyrië was toegediend.

7. Soms knoopt ze diplomatieke onderhandelingen aan met buitenlandse regeringen, zoals Assyrië en Egypte.

8. Zulke beelden waren overal in het oude Assyrië en Babylonië te vinden.

9. * Wat zei de Heer over de voorgenomen samenzwering (samenwerking) tussen Juda en Assyrië?

10. Ook noemt het artikel vijf farao’s en negentien koningen van Assyrië, Babylonië, Moab, Perzië en Syrië.

11. Minstens drie documenten uit het oude Assyrië noemen deze koning van Israël bij naam.

12. Maar waarschijnlijk ziet Merodach-Baladan in Hizkía een mogelijke bondgenoot tegen de wereldmacht Assyrië.

13. Assyrië maakt de usurpator Hosea tot zijn knecht en legt hem een forse schatting op.

14. En de naam van de derde rivier is Hiddekel; deze loopt ten oosten van Assyrië.

15. Het is alleen maar terecht dat Assyrië, bekend om zijn wreedheid, gewelddadig geplunderd zal worden. — Jesaja 37:36.

16. Assyrië wordt ook vergeleken met een vogel waarvan de uitgespreide vleugels ’de breedte van uw land vullen’.

17. Nog gevaarlijker was het wrede Assyrië, altijd op zoek naar gelegenheden om zijn macht uit te breiden.

18. Maar uiteindelijk ’trok de koning van Assyrië tegen Achaz op en bracht hem in het nauw’. — 2 Kronieken 28:20.

19. Elke bladzijde is in kleur en er zijn kaarten van de rijken Assyrië, Babylon, Medo-Perzië, Griekenland en Rome.

20. In de periode dat Jesaja profeteerde, vaagde Assyrië Israël helemaal van de kaart en vernietigde het Juda bijna.

21. Assyrië verwoest Israëls steden, het land wordt een woestenij en de weidegronden leveren niets op. — Lees Jesaja 17:9-11.

22. Assyrië, het machtigste rijk van die tijd, ’is tegen alle versterkte steden van Juda opgetrokken en heeft ze vervolgens veroverd’.

23. Rabsaké zei tegen Hizkia’s vertegenwoordigers: „Dit heeft de grote koning, de koning van Assyrië, gezegd: ’Wat is dit voor een vertrouwen dat gij hebt gekoesterd? (...)

24. In het Oude Testament: De hoofdstad van Assyrië, en meer dan 200 jaar een groot handelscentrum op de linkeroever van de Tigris.

25. Dit was afschuwelijk in Jehovah’s ogen (Jeremia 32:30, 35). Om deze en andere redenen liet hij toe dat Assyrië Israël onderwierp (2 Koningen 15:29).

26. Assyrië lag in het noorden van de vlakten van Mesopotamië, bij de Tigris, een van de grote rivieren van de Vruchtbare Halve Maan.

27. De geest van Jehovah was verantwoordelijk voor de volgende verklaring: „Er zullen schepen zijn van de kust van Kittim, en die zullen Assyrië stellig kwellen” (Numeri 24:2, 24).

28. Nu vertelt Jesaja zijn geschokte gehoor echter dat Assyrië, waarvan zij gehoopt hadden dat het hen zou beschermen, hun onderdrukker zal worden! — Vergelijk Spreuken 29:25.

29. God liet haar ’de wildernis ingaan’, namelijk Babylon, de natie die Assyrië veroverde, het land waarheen de Israëlieten in 740 v.G.T. in ballingschap waren gevoerd (Hosea 2:14).

30. De Meden waren afkomstig van het bergachtige plateau ten oosten van Assyrië, en de Perzen leidden oorspronkelijk een vaak nomadisch leven in het gebied ten noorden van de Perzische Golf.

31. De Assyrische monarchen Esar-Haddon en Assurbanipal vielen er achtereenvolgens binnen en met de verwoesting van Thebe door Assurbanipal onderwierp Assyrië Egypte, waarmee er een eind kwam aan de Ethiopische overheersing van het Nijldal.

32. 9 De koning van Assyrië deed wat Achaz vroeg. Hij ging naar Damaskus en nam het in. De bevolking voerde hij als ballingen weg naar Kir,+ en Re̱zin bracht hij ter dood.

33. Wij lezen: „Dit heeft de Soevereine Heer Jehovah gezegd: ’Naar Egypte daalde mijn volk aanvankelijk af, om daar als vreemdeling te vertoeven; en zonder reden heeft Assyrië van zijn kant het onderdrukt’” (Jesaja 52:4).

34. 17 De Heer zal over u, over uw volk en over het huis van uw vader dagen doen aaanbreken, zoals er niet zijn aangebroken sedert de dag dat bEfraïm zich van Juda afscheidde — de koning van Assyrië!

35. * 6 Op die dag zullen de bewoners van deze kuststreek zeggen: “Kijk wat er is gebeurd met onze hoop, waar we onze toevlucht hebben gezocht om bevrijd te worden van de koning van Assyrië!

36. Boven de koning bevindt zich een inscriptie die experts in het Assyrische schrift als volgt vertalen: „Sanherib, koning van de wereld, koning van Assyrië, zat op zijn troon en nam de buit uit Lachis in ogenschouw.”

37. De bijbel sprak dan ook toepasselijk over de agressieve, trotse en hebzuchtige heersers van Assyrië en Babylon als brullende „jonge leeuwen met manen” die Gods volk gewelddadig tegenstonden en verslonden. — Jesaja 5:29; Jeremia 50:17.

38. + 17 Jehovah zal voor jou, je volk en het huis van je vader een tijd laten aanbreken zoals er nog nooit is geweest sinds de dag dat Efraïm zich afsplitste van Juda,+ want Hij zal de koning van Assyrië sturen.