zelfvertrouwen in English
zelfvertrouwen [zɛlfərtrɑuwən] self‐confidence, self‐reliance
Sentence patterns related to "zelfvertrouwen"
1. Dat geeft je meer zelfvertrouwen.
2. Zijn zelfvertrouwen stijgt met iedere aanval.
3. ● Waarom hebben vooral jongeren vaak weinig zelfvertrouwen?
4. Tijdens de aanstelling kreeg ik meer zelfvertrouwen.
5. Je overwinning heeft veel zelfvertrouwen aan onze landgenoten gegeven.
6. Ik kreeg langzaam maar zeker meer zelfvertrouwen toen het licht groter en sterker werd.
7. En je ziet dat het zelfvertrouwen bijna terugkomt, maar niet helemaal.
8. We kunnen hun zelfvertrouwen vergroten door hen oprecht te prijzen.
9. Een te groot zelfvertrouwen in onze morele kracht is riskant.
10. Dat bleek een geweldige ervaring te zijn, die mijn zelfvertrouwen behoorlijk opkrikte.
11. Vlotte types met een flinke portie zelfvertrouwen zullen misschien een gesprek overheersen.
12. Geen van beiden mag de ander afkraken of zijn of haar zelfvertrouwen ondermijnen.
13. Ze waren enthousiaster, gelukkiger en vol zelfvertrouwen, omdat hun coach verbaal met hen kon communiceren.
14. Het zelfvertrouwen kan een nog grotere deuk oplopen als een tiener last krijgt van acne.
15. Hij sprak vol zelfvertrouwen met iedereen over het evangelie, van doorgewinterde journalisten tot wereldleiders.
16. Het is interessant dat we dat dan doen, want ons zelfvertrouwen is al geschaad.
17. Ik bedoel, zelfvertrouwen is als je op een stier gaat zitten voordat je weet dat je erop kunt rijden.
18. Bovendien kunnen zulke mensen door bloemen of voedsel voor anderen te kweken, geholpen worden om weer zelfvertrouwen en zelfrespect te krijgen.
19. Nooit dienen deze godvruchtige eigenschappen echter verward te worden met zwakheid of een gebrek aan zelfvertrouwen.
20. ‘Als ze zich bijzonder voelen, hebben ze genoeg zelfvertrouwen om in het leven te kunnen slagen.’
21. Het verlangen om het evangelie te verkondigen, en het zelfvertrouwen om moedig te getuigen, zijn natuurlijke gevolgen van ware bekering.
22. De geest voeden maar het lichaam, dat een tempel is, verwaarlozen, leidt gewoonlijk tot spirituele dissonantie en minder zelfvertrouwen.
23. En als ik er daardoor ook nog eens beter uitzie, is dat een enorme oppepper voor mijn zelfvertrouwen!” — Emily
24. Hij liet niet toe dat zijn zelfvertrouwen door hun negatieve houding werd ondermijnd (2 Korinthiërs 10:10; 11:5).
25. Iemand met zelfvertrouwen zou als een streber bezien kunnen worden, terwijl iemand die gesloten is als stiekem kan worden beschouwd.
26. Hint: Je kunt aan een van je ouders of aan een verstandige vriend(in) tips vragen om je te helpen meer zelfvertrouwen te krijgen.
27. Natuurlijk, het was niet alleen kinderlijk verzet en haar recente zeer onverwacht en harde won zelfvertrouwen die haar hebben geleid tot deze vraag.
28. Het lijkt me goed gebruik van gedragseconomie omdat als je met een aantal andere moeders komt opdagen om je kind in te enten je veel meer zelfvertrouwen voelt dan als je alleen gaat.
29. Het zal niet zo zijn dat mijn dochter sluieren net zo goed is als haar leren zelfvertrouwen en een goed opgeleiding te hebben in de context van mannen die verlangen naar vrouwen.