zachtheid in English

zachtheid [zɑxthɛi˘t] tenderness sweetness balminess, gentleness, leniency, meekness, mildness mellowness, softness, tenderness

Sentence patterns related to "zachtheid"

Below are sample sentences containing the word "zachtheid" from the Dutch - English Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "zachtheid", or refer to the context using the word "zachtheid" in the Dutch - English Dictionary.

1. Een scherpe zachtheid.

2. Abraham kon op een prachtige manier kracht met zachtheid combineren.

3. Ik weet niet of jij me naar deze zachtheid toe wilde leiden.

4. En hij had een geurige zachtheid, en hij rook een beetje naar lijnzaadolie.

5. Zijn ogen zijn samengeknepen, hard en dreigend — geen spoortje van zachtheid dat zwakte zou verraden.

6. ‘De wijzen begrijpen dat het beter is om mensen voor zich te winnen met zachtheid.

7. Rehábeam raadpleegde de oudere mannen, die hem adviseerden het volk met zachtheid en vriendelijkheid te bejegenen.