godslastering in English
godslastering [xɔtslɑstəriŋ] blasphemy
Sentence patterns related to "godslastering"
1. Godslastering.
2. Dat was voor godslastering.
3. De bibliotheek van godslastering, de Haereticum.
4. Vloek niet en luister niet naar godslastering.
5. ‘Overal hoor je gevloek, grove taal en godslastering.
6. Godslastering is een slecht begin van zo'n onderneming.
7. Platvloersheid en godslastering grieven de Geest.
8. Diezelfde nacht werd Hij beschuldigd van godslastering en ter dood veroordeeld.
9. • Welke bewijzen voerde Jezus aan voor zijn messiasschap toen hij van sabbatschending en godslastering werd beschuldigd?
10. Beledigingen, gevloek, gescheld, godslastering en vulgaire en grove taal kunnen pijn doen — soms nog meer dan lichamelijk letsel.
11. 12 Je zou kunnen beginnen met je af te vragen: ’Wordt in de songs waar ik naar luister moord, overspel, hoererij en godslastering verheerlijkt?
12. Ook leest men in de bijbel dat de doodstraf een geaccepteerde straf was voor misdaden als homoseksualiteit, overspel, godslastering, afgoderij, het tegenspreken van je ouders -- (Gelach) -- en stokken oppakken op Sabbat.
13. De hieraan ten grondslag liggende Griekse term heeft niet alleen betrekking op godslastering of het oneerbiedig spreken over God, maar ook op beledigende, lasterlijke of schimpende taal gericht tegen mensen.