borg staan voor in English

borg staan voor [bɔrxstanvor] guarantee, warrant

Sentence patterns related to "borg staan voor"

1. Dus ik borg ze op.

2. Borg passen zich snel aan.

3. Ze konden haar alleen voor $ 1 0.000 borg vrij krijgen.

4. Je wilde meer dan een Borg-werkbij.

5. Hij borg me op in zijn pijlkoker.

6. Nee, ik was de man die zijn borg betaalde.

7. Voor waarheid en deugd staan

8. Sorry dat ik niet eerder je borg betaalde.

9. Er is niemand om de borg te betalen.

10. Staan voor deugd: Persoonlijke vooruitgang

11. Zij staan voor u klaar!

12. We staan voor vele uitdagingen.

13. De metamensen staan voor verandering.

14. Zeg maar tegen Stumpy dat we Joes borg betalen.

15. We staan er dus alleen voor.

16. Voor welke keuzes staan christelijke ouders?

17. Ingrijpende gebeurtenissen staan voor de deur!

18. Haar familie zou voor schut staan.

19. Er staan twee bekers voor je.

20. Volgens de overeenkomst zou als de lener de lening niet kon terugbetalen, degene die er borg voor stond verplicht zijn dat te doen.

21. Hotels staan voor uitstraling en overvloedig gemak

22. Hotels staan voor uitstraling en overvloedig gemak.

23. Er staan vaak files voor de tolpoorten.

24. De uitlener werd verontrust en eiste dat de borg de hele lening terugbetaalde.

25. Zolang we het niet van je borg hoeven af te halen.