beitel in English

beitel [bɛi˘təl] chisel chisel

Sentence patterns related to "beitel"

Below are sample sentences containing the word "beitel" from the Dutch - English Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "beitel", or refer to the context using the word "beitel" in the Dutch - English Dictionary.

1. Beitel?

2. Visdraad, zaag, vlammenwerper, beitel...

3. Kham wist bijvoorbeeld niet waarom een beitel zoveel harder was dan hout; maar door goed voor de beitel te zorgen en die in overeenstemming met de gebruiksaanwijzingen te hanteren, kon hij wielen maken.

4. Alleen op het toeval vertrouwen, zou neerkomen op wat hout en een beitel in een betonmolen gooien.

5. Eerst gaat de trommelmaker met een beitel aan de slag en schuurt en polijst hij de holle vorm totdat die precies het formaat heeft dat de gewenste klank zal voortbrengen.