barmhartigheid in English

barmhartigheid [bɑrmhɑrtəxhɛi˘t] charity, mercifulness, mercy charity, mercifulness, mercy mercy

Sentence patterns related to "barmhartigheid"

Below are sample sentences containing the word "barmhartigheid" from the Dutch - English Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "barmhartigheid", or refer to the context using the word "barmhartigheid" in the Dutch - English Dictionary.

1. Barmhartigheid en bevrijding

2. Zijn barmhartigheid kent grenzen.

3. Barmhartigheid kan de gerechtigheid niet beroven.”

4. Barmhartigheid kan de gerechtigheid niet beroven.’

5. De schuldeiser antwoordde: ‘Barmhartigheid is nogal eenzijdig.

6. Alma onderwijst Corianton in gerechtigheid en barmhartigheid

7. We moeten beginnen met mededogen en barmhartigheid.

8. Alma onderwijst Corianton in het plan van barmhartigheid

9. Hij is bereid om die barmhartigheid te tonen.

10. Dit was een gelegenheid om barmhartigheid te tonen.

11. Wordt Gods gerechtigheid getemperd door zijn barmhartigheid?

12. ‘De schuldeiser antwoordde: “Barmhartigheid is nogal eenzijdig.

13. Hoe weerspiegelde Jozefs barmhartigheid ware vrees voor God?

14. Hoe zou Jehovah deze ongevoelige man barmhartigheid leren?

15. God gebruikte de fleskalebasplant om Jona barmhartigheid te leren

16. □ Hoe is ons prediken een uiting van Jehovah’s barmhartigheid?

17. Maar met barmhartigheid krijg ik mijn geld niet terug.

18. Hij betoonde zijn volk uit de oudheid barmhartigheid.

19. Liefdadigheid, barmhartigheid, geduld en naastenliefde waren mijn zaak

20. Zij zijn wreed en zullen geen barmhartigheid betonen.

21. Eindeloos heeft hij barmhartigheid, lankmoedigheid en vergevensgezindheid betoond.

22. Jehovah is bereid buitenlanders en eunuchen met barmhartigheid te behandelen.

23. Is het juist te zeggen dat Jehovah’s barmhartigheid zijn gerechtigheid tempert?

24. Zijn liefde loopt over van goedheid, geduld, lankmoedigheid, barmhartigheid en vergevensgezindheid.

25. Dat wordt door de eeuwige wet van barmhartigheid mogelijk gemaakt.

26. 8 De barmhartigen zijn gelukkig omdat hun ’barmhartigheid wordt betoond’.

27. De barmhartigheid die Jehovah hun heeft betoond, is niet vergeefs geweest.

28. 25 Wat? Denk je dat de barmhartigheid de agerechtigheid kan beroven?

29. Hij was niet bereid om zijn eigen dochter barmhartigheid te betonen!

30. (b) Hoe zal Gods barmhartigheid niet verkeerd besteed blijken te zijn?

31. Gelukkig zijn de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid worden betoond.

32. (b) Waarom gaf de afloop Jozef een basis om barmhartigheid te betonen?

33. de stappen die we moeten doen om voordeel te trekken van Gods barmhartigheid?

34. Alma vroeg Corianton: ‘Denkt gij dat de barmhartigheid de gerechtigheid kan beroven?’

35. Onze broeders en zusters wachten op onze verdraagzaamheid, barmhartigheid en vergevensgezindheid.

36. Waar is de rechtvaardigheid, de liefde, de barmhartigheid van zo’n God?

37. In de bijbel bestaat een nauw verband tussen mededogen en barmhartigheid.

38. 13 Wat laat de bovenstaande gelijkenis krachtig uitkomen dat barmhartigheid ook vergevensgezindheid inhoudt!

39. 15. (a) Hoe kwam in oude tijden Jehovah’s barmhartigheid tegenover buitenlanders tot uiting?

40. 19 U zult ons opnieuw barmhartigheid tonen,+ u zult onze fouten overwinnen. *

41. Toch verheugde Lehi zich in de barmhartigheid en macht ter bevrijding van de Heer.

42. Waarlijk, de christelijke bediening is een uiting van Jehovah’s barmhartigheid (2 Korinthiërs 4:1).

43. Hoewel er rechtvaardigheid moet zijn, wordt er barmhartigheid geboden die de rechtvaardigheid niet berooft.

44. Aan weerszijden van de sokkel verbeelden twee scènes de barmhartigheid en de rechtvaardigheid.

45. Wij moeten het beginsel van barmhartigheid naleven en onze broeders en zusters vergeven.

46. Hij toonde barmhartigheid en medelijden toen hij de plannen van de vijand verijdelde en David bevrijdde.

47. 21 Als we niet opscheppen over onze liefdadigheid, zullen onze „gaven van barmhartigheid” verborgen blijven.

48. Maar we worden ook bewogen door barmhartigheid, of medegevoel, jegens anderen (Mattheüs 22:37-39).

49. Gods barmhartigheid dient niet te worden uitgelegd als een afzwakken van de ernst van zonde.

50. Wat hield de barmhartigheid in die David werd betoond na zijn zonde met Bathseba?