averij oplopen in English
breakdown, sufferdamage
Sentence patterns related to "averij oplopen"
1. En we deden het een oppervlak oplopen.
2. Zonder behandeling, kan je blijvend letsel oplopen.
3. Uw winsten oplopen tot drie en een halve denarii
4. Onze stichting schat dat de kosten tot 5 miljard kunnen oplopen.
5. Als regeringen onverstandige beslissingen nemen, zou de aarde blijvende schade oplopen.
6. Als je boosheid en haat voelt tegen je ouders, kun je daar blijvende schade door oplopen.
7. In Jezus’ tijd bijvoorbeeld was het oplopen van melaatsheid een concrete mogelijkheid.
8. Dan zijn er nog jonge mensen die een seksueel overdraagbare aandoening oplopen, zoals aids.
9. Het zelfvertrouwen kan een nog grotere deuk oplopen als een tiener last krijgt van acne.
10. Dit gefictionaliseerde verslag geeft realistisch weer hoe mensen de ziekte van Chagas kunnen oplopen.
11. De windsnelheden in de trechter kunnen oplopen tot meer dan 500 kilometer per uur.
12. En ik zou zeggen dat deze dame hierbuiten meer dan een verkoudheid kan oplopen.
13. Hoe kunnen wij de vrede bewaren wanneer wij verkeerde dingen zeggen of wanneer de emoties hoog oplopen?
14. Zoals blijkt uit de woordenwisseling aan het begin van het artikel, kunnen de emoties bij sommige problemen hoog oplopen.
15. En als je rond de bochetn komt in deze valleien kunnen de krachten oplopen tot 2G.
16. „Ik schaamde me en was bang dat ik zwanger zou raken of een enge ziekte zou oplopen.
17. Het aantal doden wordt geschat op vijf miljoen en kan de komende maanden oplopen tot 150 miljoen.
18. Een andere groep deskundigen schatte dat de „kosten van reparaties, procederen en gederfde inkomsten wel tot $4 biljoen kunnen oplopen”.
19. 9 Als ouders en kinderen niet als gezin bij elkaar wonen, kunnen ze daar emotionele en morele schade door oplopen.
20. Denk ook na over de mogelijkheid van een ongewenste zwangerschap of het oplopen van een ziekte, zoals AIDS.
21. 8 Zo kan ook als de „loods” van het gezin de kaart, Gods Woord, niet zorgvuldig raadpleegt, zijn gezin gemakkelijk geestelijke averij oplopen.
22. Elementen die vergelijkbare chemische eigenschappen hebben, hebben atoommassa's die bijna gelijk zijn (bijvoorbeeld Pt, Ir, Os) of die regelmatig oplopen (bijvoorbeeld K, Rb, Cs).
23. De raad van de Schrift vormt een bescherming tegen drugs- en alcoholmisbruik en tegen het oplopen van aids door besmet bloed of promiscuïteit.
24. Dat klinkt heel romantisch, maar, in werkelijkheid zal het meisje waarschijnlijk meer schade oplopen van de held dan van de kogel als hij haar op supersnelheid verplaatst.
25. Jehovah belooft op zijn beurt aan allen die hun toevlucht tot hem nemen dat ze geen geestelijke schade zullen oplopen. — Psalm 91:1-10; Spreuken 1:33.