anderdaagse koorts in English
anderdaagse koorts [ɑndərdaxsəkorts] tertianfeve
Sentence patterns related to "anderdaagse koorts"
1. Soms iets koorts, hoge koorts kan ook.
2. De koorts is gedaald.
3. Het is de koorts.
4. Hij heeft koorts.
5. De koorts zakt.
6. Zijn koorts is gezakt.
7. Het kind heeft koorts.
8. Hij brandt van de koorts.
9. Hij heeft hoge koorts
10. Koorts kan overal door komen.
11. Hij heeft hoge koorts.
12. De koorts verteert je.
13. Donkere roos thee vermindert koorts.
14. We kampten met dorst en koorts.
15. Deze koorts maakt me labiel.
16. + 39 Hij boog zich over haar heen en sprak de koorts bestraffend toe, waarop de koorts verdween.
17. De koorts moet er eerst uit komen.
18. Nog steeds geen verklaring voor zijn koorts.
19. We moeten zijn koorts omlaag krijgen.
20. De koorts grijpt hem nog steeds?
21. Wat te doen bij lichte koorts
22. Als ze 36,8 heeft, dan heeft ze koorts.
23. Het water doet de koorts zakken, toch?
24. Zijn koorts daalde, zijn eetlust kwam terug.
25. Ze zullen de koorts direct laten zakken.