alvast in English
alvast [ɑlvɑst] already, bynow, yet
Sentence patterns related to "alvast"
1. Start'm alvast.
2. Haal de auto maar alvast.
3. Mag ik daar alvast even om lachen?
4. Zorg dat je alvast je alpaca's klaarzet.
5. Je mannen mogen alvast aan m'n gezicht wennen.
6. Nu kunnen ze hier op hem wachten en alvast rond de tafel gaan zitten.
7. Blijf luisteren zonder alvast conclusies te trekken, ook als je wat er gezegd wordt niet leuk vindt
8. U kunt alvast beginnen met de verkoop van boeken zonder dat u de gegevens voor uw bankrekening heeft verstrekt.
9. Dat kan gezinsleden alvast enthousiast maken en geeft hun de gelegenheid om zich indien nodig voor te bereiden.
10. Hier alvast een heerlijke blik in die toekomst: „Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de vroegere hemel en de vroegere aarde waren voorbijgegaan . . .