David in English

David [davit] David

Sentence patterns related to "David"

Below are sample sentences containing the word "David" from the Dutch - English Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "David", or refer to the context using the word "David" in the Dutch - English Dictionary.

1. Rolmodel — David

2. David was gefrustreerd.

3. David de octopus.

4. Wakker blijven, David.

5. Christus zoon van David?

6. David stelde zich in gevechtsformatie op tegenover de Syriërs, en ze vielen David aan.

7. David, pas op je woorden.

8. David* volgde zo’n zelfde pad.

9. Misschien verdiende David het wel.

10. Filistijnen wantrouwen David (1-11)

11. David heeft maar één stok.

12. David zat in de knel.

13. David bijvoorbeeld had goede vrienden.

14. David ontsnapt aan Saul (19-29)

15. David had last van zijn geweten . . .

16. David laat Salomo zalven (28-40)

17. * David staat bekend om zijn moed.

18. David, blijf daar niet gewoon staan!

19. David rende op zijn vijand af.

20. Naait David Lindhagen jouw vrouw ook?

21. Was David louter een fictief persoon?

22. David, ik heb je niet bedrogen.

23. David wordt Sauls harpspeler (18-23)

24. We helpen David met drugs smokkelen.

25. David: Dat is een goede vraag.

26. Hoe denk je dat David eruitzag?

27. 19 David vluchtte naar de profeet Samuël, maar Saul stuurde zijn mannen om David gevangen te nemen.

28. Jehovah handelt loyaal, zoals David persoonlijk ondervond.

29. Welke verzachtende omstandigheden werden door David aangevoerd?

30. David eet toonbrood in Nob (1-9)

31. David en Jonathan scheelden ongeveer dertig jaar.

32. Waarom raakte de sterrenhemel David zo diep?

33. Toch gaf Jehovah’s hogepriester het aan David.

34. (b) Hoe reageerde David op Sauls vijandigheid?

35. De videoclip werd geregisseerd door David LaChapelle.

36. Wij stellen voor de broeders David L.

37. Samuël zalft David als koning (1-13)

38. Dus ben ik, David Irving, geen Holocaustontkenner."

39. Koning David zelf liep achter de baar.

40. David, zorg maar voor je eigen huis!’

41. David krijgt Ziklag van Filistijnen (1-12)

42. Van nu af regeert David in Jeruzalem.

43. SAUL probeert opnieuw David gevangen te nemen.

44. Het hoofdartikel over de Camp David Accords.

45. Over deze groep heeft ouderling David A.

46. + 6 Toen plaatste David garnizoenen in Syrisch Damaskus, en de Syriërs werden aan David onderworpen en moesten schatting afdragen.

47. Eeuwen later onderscheidde David zich op het slagveld.

48. Wat deed David toen Goliath Gods leger bespotte?

49. De laatste was David Hide, orthodontist, manisch- depressief

50. Hoe toonden David en Nehemia een bereidwillige geest?