onbescheiden in French
onbescheiden [ɔmbɛsxɛi˘dən] arrogant
Sentence patterns related to "onbescheiden"
1. Je bent onbescheiden.
2. In veel landen is onbescheiden kleding heel gewoon geworden.
3. Zo onbescheiden ben ik wel dat ik dat kan zeggen.
4. 9 Wij allemaal zouden onbescheiden gedrag kunnen gaan vertonen als we toelaten dat verkeerde verlangens ons de baas worden.
5. In sommige delen van de wereld zal het voor vrouwen onbescheiden worden gevonden om royaal te gebaren met de handen.
6. Onbescheiden kleding is een duidelijk signaal dat je graag aandacht van het andere geslacht wilt — en die zul je dan ook krijgen. — Galaten 6:7.
7. Er zijn echter gevallen geweest waarin de japonnen van de bruid en de bruidsmeisjes onbescheiden waren: heel laag uitgesneden of doorzichtig.”