onbepaalde wijs in French

infinitif

Sentence patterns related to "onbepaalde wijs"

1. Ik blijf voor onbepaalde tijd logeren.

2. 11 Op welk onbepaalde aantal duidde Bullinger?

3. Hoe heeft God Jezus „tot onbepaalde tijd” gezegend?

4. David bad: „Gezegend moogt gij zijn, o Jehovah, de God van onze vader Israël, van onbepaalde tijd, ja, tot onbepaalde tijd.

5. Bovendien zal Jezus’ troon „tot onbepaalde tijd” blijven bestaan.

6. Een voor onbepaalde tijd lening aan Special Crimes.

7. Maar zou een gewoon mens „tot onbepaalde tijd” kunnen regeren?

8. 10 Gaat de rivaliteit tussen de koningen tot onbepaalde tijd door?

9. Laten we daarom de Koning „tot onbepaalde tijd, ja, voor eeuwig” prijzen.

10. Elektronische records met betrekking tot klikactiviteiten worden voor onbepaalde tijd bewaard.

11. „Jehovah’s uitingen van liefderijke goedheid wil ik zelfs tot onbepaalde tijd bezingen. . . .

12. Leid mij op de weg der onbepaalde tijd.” — PSALM 139:23, 24.

13. Moge Jehovah’s naam gezegend worden van nu aan en tot onbepaalde tijd.

14. Hij weigerde echter heel beslist en werd voor onbepaalde tijd tot dwangarbeid in Duitsland veroordeeld.

15. En gezegend zij zijn glorierijke naam tot onbepaalde tijd, en zijn heerlijkheid vervulle de gehele aarde.

16. Moge Jehovah’s naam gezegend worden van nu aan en tot onbepaalde tijd” (Psalm 113:1, 2).

17. Gevraagd naar de reden voor zijn droefheid, antwoordde Nehemia: „Dat de koning zelf tot onbepaalde tijd leve!

18. En in Psalm 29:10 herhaalt hij: „Jehovah zetelt als koning tot onbepaalde tijd.”

19. Tot onbepaalde tijd zal het nageslacht der boosdoeners niet worden genoemd” (Jesaja 14:18-20).

20. 2 De engel vertelt Daniël: „En er zullen er velen zijn van hen die in de stofbodem slapen, die zullen ontwaken, dezen tot leven voor onbepaalde tijd en die tot smaadheden en tot afschuw voor onbepaalde tijd” (Daniël 12:2).

21. Hij zal niet voor altijd aanmerkingen blijven maken, noch zal hij tot onbepaalde tijd gebelgd blijven.

22. Eenmaal op de troon gezeten, zou Jezus regeren „tot onbepaalde tijd” (Jesaja 9:7; Daniël 7:14).

23. De gehele dag wil ik u zegenen, en ik wil uw naam loven tot onbepaalde tijd, ja, voor eeuwig.”

24. In Micha 5:2 staat dat zijn oorsprong „uit oude tijden [was], uit de dagen van onbepaalde tijd”.

25. Jehovah zelf zal uw uitgaan en uw ingaan behoeden, van nu aan en tot onbepaalde tijd” (Psalm 121:7, 8).