omdraaien in French
omdraaien [ɔmdrajən] tourner, retourne
Sentence patterns related to "omdraaien"
1. Niet omdraaien.
2. We moeten omdraaien.
3. Omdraaien en bedek je oren.
4. Cox gaat zich omdraaien en onmiddellijk schieten.
5. Cait... de kettingreactie kan ik niet omdraaien.
6. Laat een kind een van de papiertjes omdraaien.
7. Zijn advocaten zullen het omdraaien naar een persoonlijke vendetta.
8. Voordat hij zich kon omdraaien, was ik al weg.
9. Hier hebben we -- Laten we dit omdraaien -- een diamant.
10. De realiteit is dat we de gang van zaken moeten omdraaien.
11. Ik heb zulke vreselijke zonden achter me dat omdraaien mij zou doden.
12. Voel je dat je deze jongens gewoon wilt pakken en de nek wilt omdraaien?
13. Elster zijn maag zou omdraaien als hij zou zien wat er van je geworden is.
14. De Granaten zijn met 2-1 aan het winnen, maar het kan elk moment omdraaien.
15. Het werkt niet tenzij we het echte Goose Bump verhaal maken. Het verdraaien en omdraaien.
16. Dan zijn teef omdraaien en haar in haar kont neuken, zomaar in de Hof van Eden.
17. Hij voelde zijn leven omdraaien, als een rivier die opeens van richting verandert... en opeens bergopwaarts gaat stromen.
18. En nu gaat hij zich omdraaien zijn ogen dichtdoen en een bord op de grond zoeken, met zijn ogen dicht.
19. 6 Geef wat heilig is niet aan de honden en gooi je parels niet voor de zwijnen. + Anders zullen die ze met hun poten vertrappen, zich omdraaien en je openrijten.