obstakel in French
obstakel [ɔpstakəl] obstacle
Sentence patterns related to "obstakel"
1. Obstakel.
2. geen obstakel te groot.
3. Hij is ons laatste obstakel.
4. Jij ziet hem alleen maar als een obstakel.
5. Niet de dood, rond de dood als obstakel.
6. Gewapende conflicten zijn beslist een obstakel.
7. Zouden zijn leeftijd en onervarenheid een obstakel vormen?
8. Gwen: Bijgeloof was een groot obstakel dat ik moest overwinnen.
9. Als ze een ontmoeting met een obstakel, monteren aan de hemel,
10. De grote afstand tussen Tyrus en Tarsis was dus geen obstakel voor hen.
11. Ik getuig dat het evangelielicht er altijd is, wat voor obstakel ons zicht op dat licht ook belemmert.
12. Hij krijgt vrij makkelijk een erectie... maar de kromming in lichaam kan een... ernstig obstakel worden bij de geslachtsgemeenschap...
13. Een obstakel in de communicatie hoeft niet onoverkomelijk te zijn — je kunt een manier vinden om met je ouders te praten!
14. 20 Er leek een onoverkomelijk obstakel te zijn in de vorm van tegenstand; regeringsfunctionarissen hadden het namelijk voor elkaar gekregen dat het werk verboden werd.
15. Er brak weliswaar oorlog uit in de Perzische Golf, maar dat leek slechts een tijdelijk obstakel, waardoor veel landen alleen maar werden gesterkt in hun besluit naar vrede te streven.
16. Welk obstakel er ook voor hen opdoemde, in wat voor hachelijke situatie ze zich ook zouden bevinden, Jehovah zou worden wat er maar nodig was om hen uit slavernij te bevrijden en hen in het Beloofde Land te brengen.