maandag in French

maandag [mandɑx] lundi

Sentence patterns related to "maandag"

Below are sample sentences containing the word "maandag" from the Dutch - French Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "maandag", or refer to the context using the word "maandag" in the Dutch - French Dictionary.

1. Het moet maandag af.

2. Maandag Middag 2

3. Maandag Avond 1 1/2

4. Het nieuws van de sancties komt maandag.

5. Maandag 11 augustus - De bosbrand is onder controle.

6. Ik ben op maandag en vrijdag open.

7. Je zou denken dat het na maandag makkelijker wordt.

8. De bus vertrekt maandag om kwart voor schijt.

9. Het was maandag — de laatste dag van het jachtseizoen.

10. Doe me een lol en sloop de boel niet voor maandag.

11. Ik wil niet dat maandag beide leiders in de cel zitten.

12. Regelitem A wordt op maandag als volgt geleverd aan de twee tags:

13. NA DAGEN van wind en regen begon maandag 1 september 1919 warm en zonnig.

14. Een overleg van de Eurogroup op maandag 9 maart leidde niet tot concrete resultaten.

15. Zijn verjaardag, 8 mei, wordt nog steeds herdacht als de Wereld Rode Kruis- en Rode Halve Maandag.

16. Ik weet dat je pas maandag begint, maar ik wil je de Cadi laten zien.

17. Op maandag vertrok ik vroeg in de ochtend om de bus naar huis te nemen.

18. Hier komt wat ze maandag vonden: stel je een klok voor waar je met een hamer op slaat.

19. Zaterdags was ik door de Gestapo geslagen, en de volgende maandag zou ik weer door hen ondervraagd worden.

20. Het programma om de nieuwe drukkerij plus drie woongebouwen in te wijden, werd op maandag 16 mei 2005 in Wallkill gehouden.

21. Op maandag 17 september haalden we de lichamen van een paar brandweerlieden die de dinsdag ervoor het gebouw ingehold waren onder het puin vandaan.