drinken in French

drinken [driŋkən] s'enivrer boire

Sentence patterns related to "drinken"

Below are sample sentences containing the word "drinken" from the Dutch - French Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "drinken", or refer to the context using the word "drinken" in the Dutch - French Dictionary.

1. Thee drinken.

2. Eten, drinken, neuken, leven.

3. Niet zo snel drinken.

4. Niet de limonade drinken.

5. Drinken en gokken.

6. Je kunt je bieren buitensporig drinken Je kunt ze uit de fles drinken

7. Ga je mee'n biertje drinken?

8. Ze zullen drinken en zwelgen,

9. Je moet meer drinken.

10. Een kopje koffie drinken?

11. Wilt u iets drinken?

12. En ze drinken graag.

13. Wil je wat drinken?

14. Drinken en vrouwen versieren.

15. Niet drinken, niet rijden.

16. Het drinken, de drugs.

17. Maar drinken nam dat allemaal weg.

18. Ze is wat gaan drinken.

19. Alleen wat drinken, als collega's.

20. Mensen dansen, schreeuwen en drinken.

21. Ze mag bijna weer drinken.

22. ● Sociaal drinken wordt vaak geassocieerd met roken.

23. Waarom ben je gestopt met drinken?

24. We gaan blijkbaar geen borrel drinken.

25. Altijd wat drinken na de operatie.

26. Veel bier drinken en basketbal spelen.

27. Om helemaal alleen op te drinken.

28. Je gaat niet beginnen drinken, hè?

29. Roken, drinken, meiden versieren, Chopsticks spelen...

30. en drinken de wijn van geweld.

31. Laat haar deze hete thee drinken.

32. Ik zal iets te drinken halen.

33. We drinken op je niet-idiootheid.

34. De wekker geeft de slaper iets te drinken.

35. Dit zijn dingen als eten, drinken en slapen.

36. Ed en Nathan konden elkaars bloed wel drinken.

37. Het is zonder lied dat zij wijn drinken; de bedwelmende drank wordt bitter voor degenen die hem drinken.

38. Willen de dames ondertussen iets te drinken?

39. Uw mensen laten hun paarden hier drinken.

40. Wilt u iets drinken terwijl u wacht?

41. Je moet met ze meespelen, drinken, neuken.

42. Wil je even binnen komen, wat drinken?

43. Ze kan me onder tafel drinken, man.

44. + Daarna mag de nazireeër weer wijn drinken.

45. Ze drinken al vanaf het rete-ochtendgloren.

46. verkochten een meisje om wijn te drinken.

47. ‘Ze gaven me azijn te drinken’ (21)

48. Alleen mijn beste vrienden mogen die drinken.

49. In drinken en hitsig zijn versla ik elke man.

50. Overmatig drinken mag niet over het hoofd worden gezien.