doen verbleken in French
doen verbleken [dunvərblekən] pâli
Sentence patterns related to "doen verbleken"
1. 10 welke donkere en duisterniswekkende daden voldoende zijn om de hel zelf te doen huiveren en van afgrijzen te verbleken en de handen van zelfs de duivel te doen beven en sidderen.
2. Als het verbleken niet ophoudt, als de temperaturen niet dalen, gaan de riffen dood.
3. Maar nog een ander effect van de klimaatswijziging Dit is het verbleken van het koraal.
4. De kosteninflatie in het hoger onderwijs doet de kosteninflatie in de medische zorg verbleken.
5. ‘HET grote conflict dat nu in Europa gaande is, doet alle oorlogen die in het verleden hebben plaatsgevonden verbleken.’
6. Boos meisje wil doen wat zij doen.
7. Als zij niets doen, doen wij ook niets.
8. Doen maar.
9. Sociaal doen.
10. Verwaand doen.
11. Niet doen.
12. Dat doen ouders.
13. Wie doen het?
14. Wat te doen?!
15. Blijf stoer doen.
16. Ze doen straatspelletjes.
17. Waarom moeite doen?
18. Even open doen.
19. Een aanzoek doen?
20. Niet zielig doen.
21. Da's te doen.
22. Wat doen jullie?
23. “Jehovah zal geen goed doen en hij zal geen kwaad doen.”
24. Stuwraketten doen het weer.
25. Wat doen ze dan?