doen alsof in French
doen alsof [dunɑlsɔf] prétexter, seretranche
Sentence patterns related to "doen alsof"
1. Doen alsof je doof bent...
2. Doen alsof je dood bent.
3. Ben je aan het doen alsof?
4. Jozef kon niet langer doen alsof.
5. Ze doen alsof hij onaantastbaar is.
6. Ze doen alsof je schuldig bent.
7. Net doen alsof, hoe noemen dokters dat?
8. Jij zei dat ik moest doen alsof...
9. Waarom moet ik doen alsof ik jou pijp?
10. We kunnen doen alsof we elkaar morgen zien.
11. Wil je net doen alsof je me pijpt?
12. Laten we doen alsof we buitenaardse wezens zijn.
13. Ze doen alsof je dood bent en daardoor onvindbaar.
14. We kunnen doen alsof we vriend en vriendin zijn.
15. Ik ga niet eens doen alsof ik dit begrijp. Ja.
16. Fijn dat we kunnen doen alsof we allemaal vrienden zijn.
17. Net doen alsof ik de man daarvoor nooit ben geweest?
18. Moeten we nu doen alsof we dat niet hebben gehoord?
19. Moet ik nu doen alsof het uitmaakt hoe de huwelijkstaart smaakt?
20. Ik word kwaad als mensen doen alsof zij dat niet kennen.
21. Of mag je doen alsof je niet weet hoe het gekomen is? —
22. Maar toen je m'n kleren uitdeed, kon ik niet meer doen alsof.
23. * We doen alsof seksuele relaties buiten het huwelijk ontspannend en vermakelijk zijn.
24. Ik wou doen alsof ik dat wel was en heb iedereen gekwetst.
25. Ik ben geen geneticus, dus ik ga niet doen alsof ik genetica begrijp.
26. Ieder kind kan zeggen: "Ik ben een tijger", doen alsof het een tijger is.
27. Echte veiligheid is: de dood onder ogen zien, niet doen alsof die niet bestaat.
28. Hij komt met een krankzinnig idee, wij moeten doen alsof dat niet zo is?
29. Normaal gebeurd het als je kanker behandeld door te doen alsof het geen kanker is.
30. Ik ben goed thuis in de kunst van het doen alsof ik een gentleman ben.
31. Maar hij werd herkend en kon maar net wegkomen door te doen alsof hij krankzinnig was.
32. Als we de schutter uit de tent willen lokken, moeten we doen alsof hij niet bestaat.
33. Zes weken moesten alle mensen in het bankwezen doen alsof er een pandemie aan de gang was.
34. Een kind kan bijvoorbeeld doen alsof hij honger of dorst heeft, een vreemdeling is of ziek is.
35. Ik weet niet of ik lachend knoedels kan eten en kan doen alsof het me geen pijn doet.
36. Waarom heeft u niet verteld wie u bent in plaats van net doen alsof u mijn leraar bent?
37. Nou, baby's doen alsof ze huilen, wachten om te zien wie er komt en gaan dan weer door met huilen.
38. 22 Als je ziet dat een stier of schaap van je broeder verdwaald is, mag je niet doen alsof je het niet hebt gezien.
39. En zelfs als het weer prima is, zonder een walvis in zicht... zetten we de boten in het water en doen alsof we'n walvis vangen.
40. Sommige mensen doen alsof het niet zo erg is en zeggen dat ’jongens nu eenmaal zo zijn’, en dat slachtoffers van verkrachting er zelf om gevraagd hebben.
41. Hij doet zich voor als „een engel des lichts” en zijn vertegenwoordigers doen alsof ze „dienaren van rechtvaardigheid” zijn (1 Timotheüs 6:20; 2 Korinthiërs 11:13-15).
42. Sommige armen kunnen doen alsof ze rijk zijn — misschien om de aandacht te trekken, de indruk te geven dat ze succesvol zijn, of gewoon om hun gezicht te redden.
43. Moshing is een dansvorm waarbij mensen meestal op en neer springen, wild met het hoofd schudden, doen alsof ze een kopstoot geven en waarbij ze ook tegen elkaar opbotsen.
44. „Sommigen denken: waarom zou je buiten in de hitte gaan rondrennen totdat je moe en bezweet bent, als je een game kunt spelen waarin je kunt doen alsof je sport?” — Ruth (22).