dit in French

dit [dit] ceci celle‐ci, celui‐ci ceci celle‐ci, celui‐ci

Sentence patterns related to "dit"

Below are sample sentences containing the word "dit" from the Dutch - French Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "dit", or refer to the context using the word "dit" in the Dutch - French Dictionary.

1. Dit omvat dit.

2. (Gelach) Behalve dit groteske ding is dit mijn wetenschappelijk plaatje en dit is wiskunde, dit wetenschap en dit erfelijkheidsleer.

3. Iran doet dit op dit moment.

4. " Dit is - dit moet worden - hypnose.

5. Selecteer dit om dit certificaat altijd te accepteren

6. Dit meisje...

7. Neem Dit!

8. Dit, al dit slechte nieuws, is te voorkomen.

9. Dit zijn sporen -- dit is in hun sporen.

10. Dit is erg ruw, en dit is nogal glad, en dit is helemaal glad.

11. Dit heel'zielkijken'.

12. Terroriseer dit.

13. Dit hier?

14. Kijk naar dit stukje papier, dit is de breedte, en dit noemen we lengte.

15. Dit, dit is de som van uw aanbod?

16. Dit is geen plaatselijke bevolking, dit zijn rebellen.

17. dit is van voor dat dit ongeluk gebeurde.

18. De rode vuren op dit raster, de groene op dit en de blauwe op dit.

19. Dit masker?

20. Dit maakt dit kweekproces efficiënter dan de gangbare methoden.

21. Dit is een ring en dit is een vierkant.

22. Verwijder dit uit je gegevens en... vertel dit niet...

23. Dit is een waskoker, en dit is een schoenleest.

24. Hetzelfde spul als dit en hetzelfde spul als dit.

25. Waarom denken we dat dit beter is dan dit?

26. Dit zijn velcrostrips. Dit is mijn tekenbord en dit is mijn tekenpen. Het is een filmdoosje.

27. Dit is -- Ik heb het niet veranderd, dit is origineel.

28. Dit is het afvuurmechanisme.- Dit zit in het schip zelf

29. Dit is zinloos.

30. Dit is Han.

31. Dat is dit.

32. Dit lijkt onmogelijk.

33. Verbied dit maar.

34. Dit is verraad!

35. Dit zijn boeven.

36. Dit heet " Paardenschrikdraad. "

37. Dit is huisverbetering.

38. Dit Bureau voor...

39. Dit is Zeemeeuw1.

40. Dit zijn zwavelblokken.

41. Is dit toeval?

42. Wie deed dit?

43. Dit is geen fictie, dit zijn geen sprookjes, dit zijn geen verzinsels. Het is koude, harde wetenschap.

44. Dit is schandalig.

45. Dit is vlak.

46. Wat impliceert dit?

47. Dit is bloedgeld.

48. Dit is ongrondwettig.

49. Dit is vreselijk.

50. Dit zijn amateurs.