die in French

die [di] que, qu' qui que, qu' qui celui

Sentence patterns related to "die"

1. Die schouders, die ogen.

2. Die met die krukken.

3. Die van die veerboten?

4. Die vindt die drankjes troep.

5. Die metaalsmaak, die is enorm!

6. Die naam die Jane noemde.

7. Die geniepige ogen, die neplach.

8. Is die lelijk, die neus?

9. Ik ben die gekke slet met die man die dood is.

10. Die smiley die z'n tong uitsteekt?

11. Die grote vent met die ooglap.

12. Die heeft die wapenimport niet nodig.

13. Ik maak eerst die vent met die helm en die maillot af.

14. Die zwevende, platte gezichten, die dode ogen.

15. Alle straling die die kamer gaat binnenstromen...

16. die veilig zit, die bij zichzelf* zegt:

17. Wie is die jonkvrouw die de hand verrijkt van die ridder daar?

18. Die verschanst zich wel op die ranch.

19. Kijk die winnende glimlach, die vertrouwende ogen.

20. Vanwege al die visites die ik maak.

21. Zie je die lampionnen en die altaren?

22. Die blauwe tint die jij't geeft... is in trek bij die Slavische types.

23. Die bijbel van je, is die kogelvrij?

24. Die namen, die kinderen zijn voorgoed verdwenen.

25. Je hebt die speciale vermoord, die monteur.

26. Scarlett, die trut, met die groene ogen

27. En die torpedo-aanval, is die gebeurd?

28. Die prachtige onderneming, die jij hebt geschapen.

29. Zie je die krabben op die muur?

30. Op die gekke wildcard die liefde heet.

31. Die 30 Grails die je hebt gekocht, zijn 30 vliegtuigen die niet neerstorten.

32. Herinner je je die asbak met die flamingo die ik je heb gestuurd?

33. Ze denken: die kerel met die duif, die werkt daar zeker al jaren mee.

34. Al die woede in die mooie groene ogen.

35. Die pennenlikker?

36. Die flapuit.

37. Die vrouw van de CIA die hier was.

38. Niet die van Freud, wel die van Jung.

39. En die persoon- Die persoon geeft niet op.

40. Die blonde die hier wel's eerder is geweest.

41. Die rare ideeën komen zeker van die vriendin.

42. Zie je die kerel die lange tijd overleefde?

43. Die onofficiële missie die ik als gunst deed?

44. Wat betreft die vlekjes die op waterdruppels lijken...

45. Degenen die luisterden, ontvingen een zegen; degenen die de boodschap verwierpen, verbeurden die zegen.

46. Of die vrouw die liep naar de bus die maar vertrekt over twee uur.

47. + 20 De ziel* die zondigt, die zal sterven.

48. Die Sloerie!

49. Die schapen.

50. Die werkt.