dicht in French

dicht [dixt] dense

Sentence patterns related to "dicht"

1. Mond dicht.

2. Blijf dicht.

3. Koppen dicht!

4. Doek dicht.

5. Bek dicht.

6. Kop dicht.

7. Oren dicht, schatje.

8. Kop dicht, klojo.

9. Open, dicht, wegwezen.

10. Nu is het dicht.

11. Z'n keel schoot dicht.

12. En het klapte dicht?

13. Knijp deze ader dicht.

14. Doe de lamellen dicht.

15. De bar is dicht.

16. Houd je mond dicht!

17. Dus mond dicht, Zero.

18. Bek dicht, vieze slet.

19. Je keel knijpt dicht.

20. Doe de gordijnen dicht.

21. Dicht bij de Open Oceaan?

22. Kop dicht en vlieg recht

23. Ik heb iemand bezocht die dicht bij... dicht bij de duivel staat.

24. Druk die wond dicht.

25. Hou je bek dicht!

26. Hou je mond dicht.

27. Knijp z'n neus dicht.

28. Alle buitenboordkleppen zijn dicht.

29. en smeer hun ogen dicht,

30. Oren dicht, neurie het volkslied.

31. Doe verdomme de deur dicht.

32. Ik houdt mijn mond dicht.

33. Maak'm leeg, we gaan dicht.

34. Iedereen dicht bij mij sterft

35. Nishi, houd je mond dicht!

36. Ja, de ramen kunnen niet dicht.

37. Doe nu de deur dicht.

38. Hou je vuile mond dicht.

39. Jehovah bleef dicht bij mij.

40. Zo dicht bij je keel.

41. Iedereen dicht bij mij sterft.

42. Dus niette ik zijn lippen dicht.

43. Ze zijn wellicht dicht bij huis.

44. Ik rijd met één oog dicht.

45. Schiet op, hij gaat zo dicht.

46. Ook oudere vrouwen met dicht weefsel.

47. De smeerlap draaide de watertoevoer dicht.

48. Ze vergat de badkamerdeur dicht toe doen... of het kon haar niet schelen'm dicht te doen...

49. Doe de deur even dicht, alsjeblieft.

50. Oie jas kan niet meer dicht.