component in English
component [kɔmponɛnt] component, element, ingredient, part
Sentence patterns related to "component"
1. Hier de spiegelende component.
2. Inbedbaar component voor multipart/mixedName
3. Maar ik wil ook nog een vijfde component introduceren.
4. De belangrijkste component als je zonnestralen in elektriciteit omzet op grote schaal.
5. De voornaamste component van het FRENAP was de Partido Socialista (Socialistische Partij).
6. Kies uit de lijst hieronder het component dat u standaard wilt gebruiken voor %
7. De landmacht van Egypte is de grootste component van de krijgsmacht van Egypte.
8. Wij denken aan hippies als alleen maar levensgenieters, maar er was een zeer sterke component - ik zat in die beweging - een zeer sterke component om verantwoordelijk te zijn voor jezelf.
9. Elke component in deze kettingreactie activeert weer de volgende om de tegenaanval te versterken.
10. Sluitmethoden: de lightbox-component voegt in de rechterbovenhoek van het advertentiemateriaal automatisch een knop Sluiten toe met een formaat van 12 x 12.
11. De component amp-ima-video voor AMP biedt een gestroomlijnde, lichtgewicht videospeler met ondersteuning voor videoadvertenties om het genereren van inkomsten te verbeteren.