bezig zijn in English
act, takeactio
Sentence patterns related to "bezig zijn"
1. Geen bezig-cursor
2. Passieve bezig-cursor
3. Knipperende bezig-cursor
4. Hou je bezig met leven, of hou je bezig met sterven.
5. Ik hou ze bezig!
6. Bezig met aanmaken van woordenlijst
7. Druk bezig in de Koninkrijksbediening
8. Ze waren bezig met terravorming.
9. Nee, hou de anderen bezig.
10. Daar ben ik mee bezig.
11. Waar ben je mee bezig?
12. Bezig met terugspoelen van tape
13. Oké, blijf er mee bezig.
14. Ik ben al bezig moeder
15. Waar ben je toch mee bezig?
16. Door mensen bezig te laten gaan.
17. Wees vervolgens gericht bezig met zendingswerk.
18. Ik ben bezig met de details.
19. Nog steeds bezig met het aapje?
20. We zijn bezig met een rekensom.
21. Mon, je bent weer ultrasoon bezig.
22. De verpleegkundigen zijn met hem bezig.
23. Turing is met iets belangrijks bezig...
24. Hij was bezig met'n farmaceutisch contract.
25. Er is hier een seriemoordenaar bezig.