bestraffen in English

bestraffen [bəstrɑfən] punish

Sentence patterns related to "bestraffen"

Below are sample sentences containing the word "bestraffen" from the Dutch - English Dictionary. We can refer to these sentence patterns for sentences in case of finding sample sentences with the word "bestraffen", or refer to the context using the word "bestraffen" in the Dutch - English Dictionary.

1. Ik heb overwogen zijn afwijking met de dood te bestraffen.

2. Hij gaf echter wel indirect onderricht door toezicht uit te oefenen en te bestraffen.

3. Ik heb ze naar het paleis ontboden zodat u ze zwaar kunt bestraffen.

4. In feite zullen mensen handelen om bedriegers te bestraffen, zelfs als dat henzelf wat kost.

5. Toch moet het bestraffen van Daniëls beschuldigers de vijandschap van de overige functionarissen hebben opgeroepen.

6. Toen zijn discipelen ruzieden over de vraag wie de grootste was, corrigeerde hij hen vriendelijk in plaats van hen hardvochtig te bestraffen.

7. Ja, wat voor iemand kon de wind en de zee bestraffen alsof hij een lastig kind corrigeerde? — Markus 4:39-41; Mattheüs 8:26, 27.

8. Petrus reageerde daarop door Jezus, ongetwijfeld met de beste bedoelingen, te bestraffen. Hij zei: „Wees goed voor uzelf, Heer; gij zult deze bestemming geenszins hebben.”

9. Toen Jezus bij een bepaalde gelegenheid uitlegde dat de Messias moest lijden en sterven, ’nam Petrus hem terzijde en begon hem te bestraffen’ (Markus 8:31, 32).

10. David betitelde de vijanden van Jehovah’s volk hier in figuurlijke taal als wild gedierte en vroeg God hen te bestraffen of paal en perk te stellen aan hun vermogen om kwaad aan te richten.